Om het duidelijk te hebben in de wereld van de informatica en er niet als een toto uit te zien als ze er met je over praten, moet je eerst de woordenlijst kennen, de betekenis van elk woord, de termen en wat het werkelijk betekent.
De computertaal wordt gekenmerkt door het gebruik van talrijke anglicismen, aangezien de Engelse taal de lingua franca van de informatica is geworden. Het gebruik van sommige woorden verschilt in Spanje en Latijns-Amerika.
- Abandonware: Software die niet meer op de markt wordt gebracht of gedistribueerd omdat het commerciële belang daarin is opgehouden, is dan juridisch niet meer verkrijgbaar.
- ActiveX: Componenttechnologie die is ontwikkeld voor het bedrijf Microsoft en wordt gebruikt om besturingselementen te maken die kunnen worden gebruikt in toepassingen of om websites met meer interactiviteit te maken.
- Directe toegang: In Microsoft-besturingssystemen is het een pictogram dat het gemakkelijker maakt om een bepaald programma of bestand te openen. Het heeft een vergelijkbare rol als symbolische koppelingen op Unix-systemen, maar met het verschil dat het alleen wordt herkend door de visuele interface (de "shell").
- Adobe Reader: Adobe-programma waarmee u documenten kunt bekijken PDF.
- Gehecht: Dit is de naam van een gegevensbestand (bijvoorbeeld een rekenmodel of een tekstverwerkerbrief) die samen met een e-mailbericht wordt verzonden.
- Agent: Klein "intelligent" programma gemaakt om bepaalde taken uit te voeren en de bediening van de gebruiker te vergemakkelijken. Een bekend voorbeeld van een agent zijn de Wizards die in de meeste moderne software voorkomen.
- Toevoegen: Set hulpprogramma's om toe te voegen aan software en deze zo een betere functionaliteit te geven of de mogelijkheden uit te breiden om zijn taak uit te voeren.
- Adres: Het wordt vertaald door richting. Het kan onder andere verwijzen naar een geheugenadres, een apparaatadres, een IP-adres of een e-mailadres.
- ADSL: Asymmetrische digitale abonneelijn. Technologie om digitale informatie met hoge bandbreedtes te verzenden. In tegenstelling tot inbeldiensten biedt ADSL een snelle en permanente verbinding. Deze technologie gebruikt het grootste deel van het kanaal om informatie naar de gebruiker te sturen, en slechts een klein deel om informatie van de gebruiker te ontvangen.
- PGA: Grafische versnellerpoort. Hiermee kunnen afbeeldingen sneller van het computergeheugen naar het geheugen van de grafische kaart worden verzonden, wat het videosignaal genereert dat naar de monitor wordt uitgevoerd.
- Algoritme: Set goed gedefinieerde regels voor het oplossen van een probleem. Een softwareprogramma is de transcriptie naar programmeertaal van een of meer algoritmen.
- Webhosting (hosting): Dienst aangeboden door sommige providers, die hun klanten (individuen of bedrijven) een ruimte op hun server bieden om een website te hosten.
- Abandbreedte: Technische term die de hoeveelheid informatie bepaalt die via een fysiek datacommunicatiemiddel kan circuleren, dat wil zeggen de capaciteit van een verbinding. Hoe hoger de bandbreedte, hoe beter de toegangssnelheid en hoe hoger het verkeer.
- ANSI (American National Standards Institute): Organisatie die Amerikaanse normen ontwikkelt en goedkeurt. Hij werkte mee aan de totstandkoming van veel van de standaarden die momenteel op internet worden gebruikt.
- Antivirus: programma dat naar computervirussen zoekt en deze uiteindelijk verwijdert die mogelijk een harde schijf of diskette hebben "geïnfecteerd".
- toepassing: Term die software beschrijft die gewoonlijk wordt toegepast op programma's die bedoeld zijn voor eindgebruikers.
- Apple: Bedrijf dat verantwoordelijk is voor de creatie van onder meer de Macintosh, iPod.
- Applet (programma): Miniprogramma, meestal geschreven in de programmeertaal Java, hoewel het niet zo hoeft te zijn, dat kan worden geïntegreerd in een webpagina zodat de gebruiker die het programma bezoekt ermee kan communiceren.
- Archie: Tool waarmee u bestanden op het internetnetwerk kunt lokaliseren die in Montreal zijn gemaakt door McGill University. Een Archie-server (er zijn er verschillende verspreid over het internet) onderhoudt een database die de locatie van enkele duizenden bestanden registreert.
- ARP (Address Resolution Protocol): Een protocol voor het omzetten van elektronische adressen in IP-nummers dat op lokale netwerken wordt uitgevoerd. Onderdeel van de TCP / IP-protocolsuite.
- ARPANET (Advanced Research Projects Agency NETwork, Advanced Research Projects Agency Network): Een baanbrekend netwerk van computers, opgericht door DARPA, een onderzoeksbureau van de Amerikaanse overheid. Het was de fundamentele basis in de jaren zestig voor de ontwikkeling van wat later het internetnetwerk zou worden.
- Op teken (@): In de richting van e-mail, is het symbool dat de naam van de gebruiker scheidt van de naam van zijn e-mailprovider.
- Boom (boom): Datastructuur opgebouwd uit knooppunten waarin ze allemaal met elkaar zijn verbonden en waarin geen "lussen" zijn.
- ARC-indeling: Compressie-indeling gemaakt door Systems Enhancement Associates.
- ASCII (Amerikaanse standaardcode voor informatie-uitwisseling): Een set van 128 tekens, letters en symbolen die voornamelijk wordt gebruikt in Angelsaksische en voorheen westerse computersystemen in het algemeen. Het definieert alleen de letters die in de Engelse taal worden gebruikt en maakt een gemeenschappelijke communicatiebasis mogelijk. Tegenwoordig is het vervangen door andere codes die, hoewel ze het bevatten, ook letters met accenten en speciale letters bevatten die typerend zijn voor elke taal.
- Geldautomaat (asynchrone overdrachtsmodus): ATM is een high-speed multiplexing- en switchingtechnologie die wordt gebruikt om verschillende soorten verkeer tegelijkertijd te verzenden, inclusief spraak, video en gegevens.
- Certificaatautoriteit: Agent (bedrijven of interne adressen in bedrijven) die de rol van «virtuele bediende» vervullen. Ze zijn verantwoordelijk voor het garanderen van de identiteit van personen en bedrijven die deelnemen aan het netwerk door middel van de uitgifte van certificaten.
- Avatar (menselijke figuur van een god in de hindoeïstische mythologie): Fictieve identiteit, een fysieke weergave (gezicht en lichaam) van een persoon die verbonden is in de virtuele wereld van internet. Veel mensen bouwen hun digitale persoonlijkheid op die ze vervolgens op bepaalde servers (bijvoorbeeld forums) gebruiken om te spelen of te chatten.
- AVI: Eenvoudige video- en audiocontainer waarin video's kunnen worden ingevoerd in de meeste bestaande codecs. Het wordt ook gebruikt voor uitgepakte video.